Over de arbeidsdeal vloeide reeds heel wat inkt. De vierdaagse werkweek en het recht op deconnectie vormden aanleiding tot debat, en intussen rijzen heel wat vragen over het hernieuwde opleidingsrecht. Belangrijk: dat recht voor medewerkers geeft ook bedrijfsleiders de kans te investeren in de talenten die in hun organisatie aanwezig zijn.
Individueel opleidingsrecht
De arbeidsdeal introduceerde het individueel opleidingsrecht. Talenten werkzaam in bedrijven met (het equivalent van) twintig of meer voltijdse medewerkers hebben daardoor in 2023 recht op vier opleidingsdagen. Eentje meer dan in afgelopen jaar, een minder dan in 2024, wanneer het doel van vijf opleidingsdagen door alle ondernemingen moet worden gehaald.
Voor niet-voltijds tewerkgestelde werknemers geldt een aparte berekening, net als voor kleinere ondernemingen met minder dan twintig full-time medewerkers.
Ook nieuw voor ondernemingen met minstens 20 werknemers in dienst: vanaf 2023 is het verplicht een opleidingsplan samen te stellen, voor het einde van maart.
Investering in talentontwikkeling
Welke specifieke opleidingen uw bedrijf en werknemers het meest vooruit helpen, is grotendeels afhankelijk van de competenties die al in uw team aanwezig zijn én van het mogelijke groeipotentieel dat datzelfde team herbergt. Daarom is het belangrijk die elementen in kaart te brengen als u alles uit de aangepaste regeling rond opleidingen wil halen. Eerder dan een verplichting, wordt de regeling rond opleidingen zo een kans om te groeien. Het opleidingsrecht uit de arbeidsdeal wordt zo een investering in talentontwikkeling.
Uiteraard gaat het opstellen van een opleidingsplan en de hernieuwde maatregelen uit de arbeidsdeal gepaard met veel vragen.
Wil u graag advies van HR-experten over de implementatie ervan of wil u de opleidingsnoden en groeimarges in uw onderneming laten vaststellen?
Aarzel dan niet om ons te contacteren. We bekijken graag op welke manier we u kunnen ondersteunen.